In een interview met Het Belang van Limburg vertelt directeur Ignace Schops over de economische waarde van het Nationaal Park, en dat 90 procent van alle plant- en diersoorten in Vlaanderen zich in Limburg bevinden.
“Limburg wacht een geweldige toekomst met al zijn natuur”, voorspelt Ignace Schops, bezieler van het Nationaal Park Hoge Kempen. Dat er in Limburg zeven andere gebieden het merk Nationaal Park of Landschapspark ambiëren, vindt hij niet meer dan logisch. “40 procent van de Vlaamse natuur ligt tenslotte in Limburg.”
Mireille Maes
Vrijdag 17 september 2021 om 06:00
23 kandidaten hebben zich aangemeld om de zes plekken (drie Nationale Parken en drie Landschapsparken) in te vullen. Veel, vindt ook Ignace Schops. “Maar het nieuws maakt me wel blij. Het is een bewijs dat er in Vlaanderen veel animo rond natuur is. Mensen beseffen dat zo’n label een socio-economische meerwaarde geeft. En dat is positief.
Jullie gaan sowieso het merk Nationaal Park houden?
“Klopt. Maar om ons in orde te stellen met de nieuwe wet hebben we ons ook wel kandidaat moeten stellen. Het masterplan dat wordt gevraagd, is ook al klaar. Wij voldoen ook aan alle voorwaarden.”
Er zijn nog zeven Limburgse gebieden die ambities hebben. Is dat niet veel?
“40 procent van de Vlaamse natuur ligt in Limburg en 90 procent van alle plant- en diersoorten in Vlaanderen groeit of zit in Limburg. We hebben dus een zeer groot aandeel in de Vlaamse natuur. Dat een derde van de kandidaten Limburgs is, vind ik logisch. Limburg moet een groter aandeel hebben in de pot. Gewoon omdat we meer hebben.”
Is het niet logischer om in Limburg één groot Nationaal Park te hebben in plaats van bijvoorbeeld twee Nationale Parken en een Landschapspark?
“Nee. Neem nu Noordoost-Limburg. Met de Hoge Kempen, Rivierpark Maasvallei en Kempen~broek heb je drie verschillende landschappelijke eenheden. Ze moeten afzonderlijk van elkaar blijven bestaan. Wat wel nodig is, zijn ecologische verbindingen tussen de gebieden. Niet alleen hier in de regio, maar ook met de andere gebieden. Dat is de uitdaging voor een versnipperd Vlaanderen. En daar zijn we ook al over aan het nadenken.”
Met Geert Noels in de jury wordt nog eens het economisch belang van het merk Nationaal Park benadrukt. Enig idee wat het Nationaal Park Hoge Kempen oplevert?
“Er zijn zowel nationale als wereldwijde studies naar de opbrengst van het Nationaal Park. De jaarlijkse opbrengst bedraagt 191 miljoen euro. In dat bedrag zijn allerlei dingen meegerekend. Het gaat van toerisme, de huizenmarkt die stijgt, bedrijven die promotioneel voordeel halen uit het park (denk bijvoorbeeld aan Maasmechelen Village, nvdr.) tot een gezonde leefomgeving, CO opslag, kwaliteit van het drinkwater. En daarmee doet ons park op wereldwijd niveau niet onder voor andere parken. Uit de studie blijkt ook dat het Nationaal Park Hoge Kempen 5.000 directe en indirecte jobs oplevert. Het beschermen van de natuur is dus een vliegwiel dat de socio-economische toestand verbetert.”
En dat hebben ze niet alleen in Vlaanderen begrepen.
“Wallonië heeft in navolging van Vlaanderen ook een oproep gedaan naar kandidaten voor twee Nationale Parken. De procedure is daar nog lopende. Er is duidelijk een revival van de natuur bezig.”
Hoe zie jij de toekomst voor Limburg en zijn natuur?
“De natuurgebieden zijn de parels op de kroon. Dat men die nu oppoetst door er een merk als Landschapspark of Nationaal Park op te plakken, is een goede zaak. En zo wordt meteen duidelijk dat de armoede van het verleden, ineens de rijkdom van de toekomst wordt. De Limburgse natuur, of de verschillende gebieden nu al dan niet de merknaam krijgen, is goud waard. En daardoor wacht Limburg een geweldige toekomst waar de andere provincies ons nu al om benijden.”